Amroh MR55 电路原理图.pdf
RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 MK FONOLINT MR55 nieuw model-ontwerp van bandrecorderversterker voor WW-liefhebbers Het aan dit modelplan ten grondslag liggende proefapparaat werd in het MK-laboratorium zorgvuldig ontworpen en serieus beproefd. Daar het de resultante is van jarenlange gespecialiseerde ervaringen sys- tematisch onderzoek van nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden, kan dit ontwerp onvoorwaardelijk worden aangeduid als een model voor een MODEL apparaat Technische en constructieve kwaliteiten worden gegarandeerd als de beste, die bij toepassing van gelijksoortig materiaal kunnen worden verwerkelijkt sinds jaren gelden M K ontwerpen dan ook als richt- ingbepalend en ongevenaard, dank zij hun weldoordachte opzet, duidelijke documentatie en voortreffelijke afwerking. Gelet op de gunstige ervaringen met zijn voorganger, is de Fonolint MR55 in hoofdzaak opgezet volgens de grote lijnen van de MR51a (Bouwmap D 2). Zo zijn het chassis en de opstelling der onder- delen gehandhaafd, evenals de functieschakelaar. In het nieuwe ontwerp zijn echter 9 pens miniatuurbuizen toegepast en de ruime Muzed uitgangstransformator type U72, waarmede reeds dadelijk een veel betere geluidskwaliteit is te bereiken, vooral voor de lage tonen. Naast de gebruikelijke klankregelaar voor de hoge tonen is nu ook een afzonderlijke basregelaar aanwezig. Tenslotte werd een afzonderlijke oscillatorbuis toegepast zodat nu de eindbuis ook tijdens het opnemen beschikbaar is voor meeluisteren via de lu- idspreker, een niet te versmaden faciliteit voor controle van de opname. Tevens is voorzien in de toepassing van een h.f. wiskop. De vereffening (equalizing) is gebaseerd op een bandsnelheid van 19 cm/sec aangezien dit wel de kleinste snelheid is waarmee nog juist werkelijkheids weergave kan worden gepleegd. Technische specificatie Opname gegevens: voor een a.f.stroom in de kop van 100 A bij 1000 Hz: Gevoeligheid aan microfoon ingang: 6 mV aan 2,2 megohm , , gram./radio , 800 mV aan 470 kilohm Weergave gegevens voor 3 W uitg. Vermogen bij 2000 Hz: Gevoeligheid aan kop-ingang: 1 mV , , gram./radio ingang: 120 mV Frequentie karakteristiek: 409500 Hz 3 dB (opnemen + weergeven) Eindtrap: tegenkoppeling: 8,5 dB max. vermogen: 3,2 W I M vervorming (50 + 3000 Hz 4 : 1): in opnameversterker : nihil (onmeetbaar) in weergave voorversterker : , , in eindtrap (bij 3 W) : 6% na opname + weergave, achter ECC83 : 35% idem, aan uitgang : ca 8% Brom t.o.v. 3,2 W : bij max. gevoeligheid : 33 dB bij volledig gemoduleerde ban : 50 dB Wis en h.f. magnetiserings frequentie : 40 kHz Max. wisstroom : ca 80 mA Max. h.f. magnetiseringsspanning : ca 180 mV Fig. 1. FREQUENTIEKARAKTERISTIEKEN VAN DE MR55. Kromme A: Signaal met constante amplitude aan p.u.ingang (of rooster EF86), klankregelaars op max. laag en hoog. C: Als boven, maar met diskantregelaar in minimumstand. D: Stroomsterkte in de opneemkop als functie van signaal met constante amplitude aan microfooningang; indien men het 11 kHz filter aanbrengt verloopt het rechtergedeelte van deze kromme volgens E. De kromme F geeft het verloop van de uitgangsspanning bij het afspelen van een volgens D opgenomen band; dit is dus de totale weergavekarakteristiek voor een bandsnelheid van 19 cm/sec. Tenslotte geeft B aan hoe deze karakteristiek voor de lage tonen verloopt met basregelaar in minimumstand. Bij de metingen werden een kop van de “Handy Sound” en AMROHtape 51 gebruikt. ATTENTIE ! De Handy Soundkop kan niet bij de MR 55 worden gebruikt, i.v.m. een afwijkend systeem van wissen. Elke andere kop, die aan de gegevens voldoet, als in de beschrijving vermeld, is echter passend. Functies regelorganen: 1 Diskantregelaar en luidspreker in/uit 2 Basregelaar 3 Sterkteregeling Pickup/Radio 4 Sterkteregling Microfoon resp. weergeefkop 5 Opname/weergaveschakelaar RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 Schakeling van de Fonolint MR 55 (fig. 2) C 1, 6, 15, 23 100 F elco 12 V Facon C 2, 10, 12, 16 0,1 F papier , C 3 0,02 F papier , C 4, 11 32 + 32 F elco 350/380 V Novocon C 5, 21 0,05 F papier Facon C 7, 8, 18 0,01 F papier , C 9 47 pF keramisch L.C.C. C 13, 19 150 pF 5%, keramisch , C 14 5000 pF papier Facon C 17, 22 1000 pF papier , C 20 2000 pF papier , C 24 8 F elco 450 V Novocon C 25, 26 32 + 32 F elco 350/380 V , C o reeds aanw. in BO 4 C x kabelcapaciteit, zie tekst L 1 104 mH Novocon F 4 L 2 Mucore BO 4 L 3, 4 6 H Muvolett 6006 R 1 2,2 megohm W Vitrohm R 2 2,2 kilohm W , R 3, 6 220 kilohm 1 W , R 4 1 megohm 1 W , R 5, 27, 32 22 kilohm 1 W , R 7, 9 470 kilohm W , R 8, 10, 16 470 kilohm potm. Vitrohm P257.K2 R 11 3,3 kilohm 1 W Vitrohm R 12, 15 100 kilohm W , R 13 220 kilohm W , R 14 22 kilohm W , R 17 1,5 kilohm 1 W , R 18 120 kilohm 1 W , R 19 100 kilohm 1 W , R 20, 28 47 kilohm 1 W , R 21 3,3 megohm W , R 22, 29 1 kilohm W , R 23 470 kilohm potm. Vitrohm P55-K2 (m. druk/ R 24, 31, 33 220 ohm 1 W , trekschakelaar) R 25 100 ohm W , R 26 15 kilohm 1 W , R 30 33 kilohm W , R 34 100 ohm potm. M. schr. Inst. S 1, 2, 3 3 standen, 3 x 3 secties Novocon 48.080 S 4 schakelaar op R 23 T 1 Muzed U 72 T 2 Muvolt PC 100 Z smeltveiligheid 200 mA Het bouwen van de versterker Voor de bouw van deze versterker wordt ook het Amroh-universeel chassis toegepast. Alvorens de onderdelen te monteren, moeten in dit chassis nog enkele gaatjes worden geboord, o.a. voor het bevestigen van de uitgangstransformator, smoorspoel L4, selenium gelijkrichter en de montagestrippen (de zgn. weerstand bordjes). Daarna kunnen, met uitzondering van de kiesschakelaar en de montagestrippen, de onderdelen op de aangegeven plaatsen worden bevestigd. Gelijktijdig brengt men ook soldeerlippen aan, op in de bouwtekening d.m.v. harkjes aangegeven plaatsen. De buishouders en de electrolytische condensatoren C4, C11 worden d.m.v. verloopplaatjes gemonteerd, waarbij men er vooral goed op toeziet dat de buishouders in de juiste stand komen en dat die voor EF86 en ECC83 voorzien zijn van een kraag voor schermbussen. Een verende opstelling van de EF86 d.m.v. rubberbusjes of ringen kan voor sommige exemplaren nodig zijn, om terugwerking- van de controleluidspre- ker of benvloeding door trillingen uit het recordermechanisme te voorkomen. Het is vanzelfsprekend dat alle verbindingsdraden naar de EF86 bu- ishouder dan in soepel draad worden uitgevoerd. De voedingstransformator PC100 wordt voorlopig nog provisorisch bevestigd, zodat latere verplaatsing mogelijk blijft (zie hoofdstuk: Samenbouw met een recorder). Met een van de bevestigingsbouten van de gelijkrichtercel wordt, met tussenvoeging van een afstandbus, de zekeringhouder vastgezet. RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 In dit stadium gekomen, kunnen reeds een aantal verbindingsdraden worden aangebracht, voor zover die niet gaan naar de schakelaar, po- tentiometers en montage strippen. Wat dit bedraden betreft dient nog te worden opgemerkt, dat blank en goed vertind koperdraad, van 0,8 a 1 mm diameter, hiervoor het meest geschikt is. Voor isolatie worden de verbindingen dan overtrokken met een nauw sluitende isolatiekous. Voor het solderen bedient men zich bij voorkeur van een moderne, kleine soldeerbout, waarmee zelfs moeilijk bereikbare contacten kun- nen worden benaderd, zonder het risico dat de minder warmte be- stendige onderdelen worden beschadigd. Nog een goede raad: Gebruik voor het solderen ,Super-speed harskernsoldeer. Wanneer de verbind- ingen geheel volgens de bouwtekening worden gelegd, heeft men de zekerheid, geen moeilijkheden te zullen ondervinden en bovendien wordt een overzichtelijk geheel verkregen. De schakelaar Tussen de secties SI en S2 van de schakelaar is een aluminium of messing scherm- plaatje aan te brengen. Een afzonderlijke uitslagtekening geeft daarvoor de maten aan. Dit scherm wordt bevestigd midden tussen de schakelaar secties SI en S2, hetgeen op de fotos ook duidelijk is te zien. De moertjes aan de achterzijde van de schakelaar moeten daartoe even worden los genomen om de schermplaat over de schakelas en draadstangen te schuiven, waarna alles weer stevig in elkaar wordt gezet. Het tweede figuurtje in de tekening toont het schermplaatje dat dwars over de buishouder van de ECC83 moet worden aangebracht, zorg er voor dat dit geen sluiting maakt met de andere aansluitlippen. Alvorens de schakelaar nu definitief in het chassis te bevesti- gen, is het gewenst deze zover mogelijk te bedraden, dus de doorverbindingen tussen de verschillende contacten en de leidingen van, later na inbouw, lastig bereikbare punten. Wanneer de schakelaar in het chassis is vastgezet en de schermplaat is bevestigd, kunnen de verbindingen worden aangebracht, dus naar de buishouder EF86 en de microfoon- en kopconnectors. Vervolgens worden ook de montagestrippen geheel in overeenstemming met de bouwtekening gereed gemaakt en d.m.v. boutjes en afstandbusjes in het chassis beves- tigd. De anode en schermroosterweerstanden R3-R4 en de kathode weerstand R2 moeten met bijzondere zorg worden gesoldeerd; draden niet tekort af knippen en snel solderen. Dit is nodig om te voorkomen dat naderhand een hinderlijke ruis zou optreden. Het montagebordje, rechts opzij van het chassis, wordt met twee universele hoekstripjes vastgezet. Doch alvorens die in het chassis te schroeven, worden eerst de naar het chassis gekeerde verbindingen aangesloten; vervolgens wordt dit montageplaatje rechtopgezet en ook de andere zijde aangesloten. Alle nog overgebleven verbindingen kunnen nu ook worden gelegd met als laatste de afgeschermde leidingen naar de potentiometers. Voor deze leidingen kan men afgeschermd draad gebruiken doch het is in verband met de capaciteit veel gunstiger hiervoor coaxsnoer L 700 te nemen, hetgeen eveneens nodig is voor de verbindingen: C3 - potentiometer R8 en Cx - schakelaar sectie S1a - contact a3. Extra aandacht vragen nog de meng- weerstandjes R7 en R8, deze moeten geheel in de afscherming worden opgenomen. Het beste stopt men deze weerstandjes in een stukje,extra wijd afschermkous, er voor zorgend, dat ze geen sluiting met de afscherming kunnen maken. De gevlochten metaalkous moet met de afscherming van de beide kabels en het chassis worden verbonden. Wanneer nu de bedrading geheel is voltooid, is een nacontrole op mogelijk vergeten of verkeerd gemaakte verbindingen zeer gewenst. Eerst nadat men zich er van heeft overtuigd dat alles in orde is, kan de steker in het stopcontact worden gestoken. Er bestaat dan alleen nog de mogelijkheid dat de ver- sterker gaat genereren. In dat geval moeten de aansluitingen aan de primaire van de uitgangstransformator U72 worden omgepoold. Aanpassing van de wiskop De zelfinductie van de wiskop (K2) is met C22 afgestemd op de oscillatorfrequentie (40 kHz). De capaciteit van C17 bepaalt de aanpassing van de wiskop aan de oscillatorspoel, de aangegeven waarden van C22 en C17 gelden voor een zelfinductie van 5 mH van de wiskop. Als de zelfinductie van de wiskop niet met zekerheid bek- end is, zullen de waarden van C17 en 22 proefondervinde- lijk bepaald moeten worden, waarbij het doel is de voor- geschreven stroom door de wiskop te doen lopen. Als regel zal 40 a 60 mA nodig zijn. Behalve een thermokoppelmeter, die lang niet iedereen bezit, is een doodgewoon zaklantaarnlampje van 2,5 V 0,1 A een geschikte stroomindicator. Neem de meter of het lampje in -serie met de wiskop wikkeling op en begin met de waarde van 1000 pF voor C22 met stappen van 500 pF te vergroten, tot de stroomsterkte weer afneemt, C17 zal alleen vergroot resp. verkleind moeten worden, als de voor C22 gevonden, gunstigste waarde aanmerkelijk groter resp. kleiner is dan 1000 pF. Mocht het wissen na deze instelling op grootste wisstroom nog onvoldoende zijn, dan kan een groter vermogen ontwikkeld worden door R32 te verk- leinen, echter niet verder dan nodig is. De wiskop zou dan nl. na verloop van tijd heter worden dan de band verdraagt. ACHTERAANZICHT MR55. Op de achterwand v.l.n.r.: 3 polige aansluit- ing voor opn./weerg.kop, microfoon aansluiting, pickup entre, instel- schroef van de “ontbrommer”, luidspreker entre en aansluiting voor de wiskop met geheel rechts de doorvoertule voor het netsnoer RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 RadioFans.CN 收音机爱 好者资料库 Instellen van de h.f. magnetiseringstroom Pas als het wissen naar wens gaat, kan de instelling voor de h.f. magnetisering uitgevoerd worden. Gebruik hierbij in elk geval n van de normaal gang- bare moderne bandsoorten. De capaciteit van de dubbel-aderige afgeschermde leiding naar de kop, met een zelfinductie van 0,8 1 H, mag de 175 pF. niet overschrijden (n ader tegen afscherming plus andere ader). In de praktijk zal bij lengten tot 1 m van goede hoogfrequentkabel (b.v. type 86.023) deze waarde niet worden bereikt. Het verschil tussen de werkelijke waarde (te meten of te berekenen) en 175 pF is dan als Cx aan te brengen. Bij 1 m 86.023 kabel wordt dat 47 pF. Aan de kop behoort dan een 100 V hf. spanning aanwezig te zijn, een doorsnee gunstige waarde voor koppen met hoge impedantie. Als de magnetiseringsspanning te hoog is, komen de hoogste frequenties bij de opname in het gedrang. Een te lage veroorzaakt een verlaagde gevoeligheid en te snel optreden van vervorming door overmodulatie. De proef bestaat nu uit het opnemen van een zeer hoge toon (8 9 kHz), die men in overvloed ter beschikking heeft bij MG radio-ontvangst, als interferentie tussen de zenders. Men neemt achtereenvolgens op zonder Cx, met de berekende waarde en met het dubbele van die waarde. De kleinste waarde voor Cx waarbij de interferentietoon nog goed weergegeven wordt, is de gun- stigste. Luidsprekerkeuze en aanpassing De uitgangstransformator U72 is voorzien van aftakkingen voor 2,5-3,2 en 5 ohm. Er is dus aanpassing mogelijk op alle gangbare luidsprekerimpedan- ties, door eenvoudig de leiding naar de luidsprekeruitgang aan het overeenkomende aansluitpunt van de secundaire te verbinden. In het geval dat een kleine controleluidspreker bij de recorder ingebouwd wordt, behoeft deze niet dezelfde impedantie te bezitten als de “grote” lu- idspreker, doch kan aan een andere aftakking worden aangesloten. Tussen- voeging van een aan/uitschakelaartje is dan gewenst. Het frequentie bereik van de luidspreker die met de MR55 samenwerkt moet ook weer minstens gelijk zijn aan het bereik van de rest van de apparatuur. Het is dus alleszins de moeite waard om bijzondere aandacht te besteden aan de weergave van de uiterste grenzen van bet toonbereik. Voor de laagste tonen is dus een niet te kleine conusdiameter vereist, dus zo mogelijk een 25 cm for- maat, benevens een prima klankscherm (groot klankbord, basreflexkast, acoustische box). Het toonbereik naar de hoge zijde verlangt een extra voorziening in de vorm van een dubbele conus of een separate hoge tonen weergever. Een uitstekende combinatie is bv. de Peerles